‘Een goed werkende douane versterkt de concurrentiekracht van de Europese Unie.’

John, Senior beleidsmedewerker Douane, voorzitter coördinatiegroep formeel recht

‘Carrièretechnisch kun je me gerust een laatbloeier noemen. Op mijn 16e ben ik gestopt met school en in een melkfabriek gaan werken. Daarna volgden baantjes in een kantoorboekhandel, als sociaal werker en zelfstandig ondernemer. Maar het werd pas echt interessant toen ik controlewerk in de Rotterdamse haven ging doen. Het werk was afwisselend en ik kon betaalde opleidingen volgen. Op mijn 33e heb ik een rechtenstudie gevolgd, op mijn 40e werd ik inspecteur. Ik heb door half Nederland gewerkt, me beziggehouden met fraude, drugszaken, milieu… ik kwam binnen met alleen een mavodiploma en overleg nu over wetgeving op Europees niveau. De Douane is voor mij hét voorbeeld van een organisatie die investeert in haar mensen, ongeacht hun leeftijd.

Uniforme Europese aanpak

Hoewel ik fiscaal jurist ben, voel ik me meer een Douaneman dan een Belastingdienstmedewerker. Als voorzitter van de coördinatiegroep formeel recht komen beide bloedgroepen bij elkaar. Met onze groep buigen we ons over beleids- en uitvoeringsvraagstukken binnen de EU. Een voorbeeld: in een aangifte wordt een fout ontdekt van miljoenen euro’s. Hoe kunnen wij dan het Douanerecht handhaven zonder het bedrijf zwaarder te treffen dan nodig? Daarbij kijken we ook naar de wetgeving in omringende landen, want als wij anders beslissen dan in een ander EU-land is er geen level playing field meer. En dat ondermijnt de Douane-unie. Het streven van de EU is om aan internationale concurrentiekracht te winnen; als Douane kunnen wij daar rechtstreeks een bijdrage aan leveren.

Wederzijds vertrouwen

Met de Rotterdamse haven en Schiphol is Nederland de poort van Europa, en we beschikken over een ingenieus netwerk van wegen en rivieren. Hoe kunnen wij onze wettelijke taken zo uitvoeren dat we onnodig oponthoud voor bedrijven voorkomen? Want elke dag dat een schip langer in de haven ligt kost heel veel geld. We doen dit bijvoorbeeld door Authorised Economic Operator-vergunningen (AEO) af te geven. Bedrijven geven ons volledige transparantie over hun administratie om hun betrouwbaarheid vast te stellen. Hebben ze eenmaal de vergunning, dan is de fysieke screening vervolgens minimaal. Zoiets vraagt ook veel van onze Douanemedewerkers: vertrouwen winnen en geven, zonder je toezichtsrol uit het oog te verliezen.

Green lanes & red flags

Om in de toekomst ook een goed werkende Douaneorganisatie te hebben, zijn de juiste medewerkers cruciaal: meer goedgeschoolde mensen die de Douane naar een nog hoger niveau brengen. Jonge mensen die nieuwsgierig zijn naar wat er achter de horizon ligt – en bij de Douane is dat echt veel. Zo zijn we bezig met een ‘green lane’ systeem waarin bedrijven helemaal niet meer fysiek gecontroleerd hoeven te worden als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Naast een fysieke goederenstroom loopt er dan parallel een datastroom waarin alle touchpoints van die internationale goederenstroom voorbijkomen. En de Douane alleen in actie komt als er een red flag wordt gesignaleerd.

Ik denk dat die kant van ons werk ook nog wel wat bekender mag worden. Mensen kennen de drugsvangst en speurhonden, maar ons kantoorwerk is minstens zo interessant. Denk aan risicoanalyse, waarbij je moet nadenken hoe je een beperkte capaciteit aan mensen en middelen kunt inzetten om effectief een enorm grote goederenstroom te controleren. Als ik destijds over zulk uitdagend werk had gehoord, was ik mijn loopbaan waarschijnlijk meteen bij de Douane begonnen.’